Diaplus banner.png
Download blog Demo aanvragen Diaplus Tekstenlab
 

 

Wat is het nut van een opstapniveau naar A1?

Goede basis in het PO, goede start in het VO

 

Sinds 1986 is Engels een verplicht vak op de basisschool. Het doel was een doorlopende leerlijn van Engels van het primair naar het voortgezet onderwijs te creëren. Echter, basisscholen mogen zelf bepalen vanaf welk jaar zij Engels aanbieden, variërend van groep 1 tot groep 7, en alles daartussenin. Het aantal uren Engels dat leerlingen gedurende hun basisschooltijd hebben gehad verschilt dan ook. Daarnaast zijn er geen vastgestelde beheersingsniveaus voor Engels op de basisschool. Hierdoor is het niet verrassend dat leerlingen aan het einde van groep 8 een zeer uiteenlopende taalvaardigheid in het Engels hebben ontwikkeld. Niet alleen verschilt het Engelse aanbod per school, maar ook worden leerlingen niet allemaal evenveel blootgesteld aan het Engels buiten school (bijvoorbeeld via Engelse media, zoals games, muziek en films). Wanneer deze leerlingen uiteindelijk samenkomen op de middelbare school, wordt de kloof in Engelse taalvaardigheid alleen maar duidelijker, waardoor er geen sprake meer is van een doorlopende leerlijn. Om die kloof te dichten zou een opstapniveau de ideale oplossing zijn.

Het Europees Referentiekader voor Talen (ERK) begint bij niveau A1. Als iemand A1 beheerst, heeft die persoon enkele basisvaardigheden onder de knie, zoals: zichzelf voorstellen, een eenvoudig gesprek voeren en woorden en zinnen herkennen. Dit niveau wordt ook beschouwd als het minimale niveau waarop leerlingen geacht worden te presteren wanneer ze naar het voortgezet onderwijs gaan. Echter, sommige leerlingen hebben in het VO, vanwege de grote kloof in Engelse taalvaardigheid, behoefte aan extra ondersteuning, ook op A1 niveau. Eigenlijk hebben deze leerlingen A1 nog net niet onder de knie; zij zijn nog onderweg naar A1. Voor leerlingen vanaf groep 7 in het PO, die op school net beginnen met Engels, kan hetzelfde worden gezegd. Daarom is het belangrijk dat er voor deze leerlingen op niveau ‘naar A1’ gewerkt kan worden.

 

Afbeelding1-blog-diaplus-engels-a1.jpg

 

Hoe ziet werken met teksten op niveau ‘naar A1’ eruit? Hoewel een Engelse tekst op A1-niveau iets vereenvoudigd kan worden, zal deze nooit echt onder het A1-niveau komen, aangezien A1 het basisniveau is. Een eenvoudige A1-tekst kan echter worden ondersteund door een functionele opmaak. Zelfs met beperkte beheersing van de taal kan een leerling aan de opmaak zien om wat voor tekstsoort en -type het gaat. De opmaak maakt de tekst ook visueel aantrekkelijk, waardoor de leerling gemotiveerd raakt om de tekst te lezen. Opmaak is eigenlijk een effectieve vorm van scaffolding (letterlijk: steigeren), dat wil zeggen dat het onderwijs wordt aangepast om leerlingen op het juiste niveau te ondersteunen. Ze krijgen voldoende ondersteuning om iets te kunnen doen, maar krijgen geleidelijk aan meer zelfstandigheid om het zelf te doen. In combinatie met hulp van de leerkracht staat dit bekend als de 'zone van naaste ontwikkeling' van Lev Vygotsky (1978).

 

Afbeelding2-blog-diaplus-engels-a1.jpg

 

Naast een functionele en aantrekkelijke opmaak kunnen leerlingen ook veel baat hebben bij een lijstje met betekenissen van (moeilijke) woorden uit de tekst. Dit kan hen helpen met zelfstandig leren, doordat ze actief op zoek kunnen gaan naar de betekenissen van woorden en deze kunnen toepassen in de context van de tekst. Deze aanpak is niet alleen bevorderlijk voor het begrijpen van de tekst en het vergroten van de woordenschat, maar die kan ook het zelfvertrouwen van leerlingen in het lezen van Engelse teksten vergroten. Ook kan hulp bij het uitspreken van moeilijke woorden en onbekende klanken leerlingen helpen om hun uitspraakvaardigheid te verbeteren en meer vertrouwen te krijgen in het spreken van de Engelse taal.

Naast een functionele en aantrekkelijke opmaak kunnen leerlingen ook veel baat hebben bij een lijstje met betekenissen van (moeilijke) woorden uit de tekst. Dit kan hen helpen met zelfstandig leren, doordat ze actief op zoek kunnen gaan naar de betekenissen van woorden en deze kunnen toepassen in de context van de tekst. Deze aanpak is niet alleen bevorderlijk voor het begrijpen van de tekst en het vergroten van de woordenschat, maar die kan ook het zelfvertrouwen van leerlingen in het lezen van Engelse teksten vergroten. Ook kan hulp bij het uitspreken van moeilijke woorden en onbekende klanken leerlingen helpen om hun uitspraakvaardigheid te verbeteren en meer vertrouwen te krijgen in het spreken van de Engelse taal.

 

Naast het gericht werken op niveau ‘naar A1’ met teksten en bijbehorend materiaal, is het ook belangrijk voor leerlingen om aan hun basiskennis te werken. Denk hierbij aan kennis als Engelse begroetingen, klokkijken in het Engels, familieleden benoemen in het Engels, etc. Voor leerlingen in het PO is deze kennis essentieel voor een goede basis in Engelse taalvaardigheid. Voor leerlingen in het VO is basiskennis (herhalen) essentieel voor een goede start, zodat zij ook uiteindelijk A1 beheersen en daardoor goed mee kunnen komen in de klas. Door te zorgen voor een solide basiskennis, leggen leerlingen de fundering voor verdere Engelse taalontwikkeling.

In conclusie, het opstapniveau ‘naar A1’ heeft nut voor zowel leerlingen in het PO als in het VO. Voor leerlingen in het PO biedt het een toegankelijke introductie tot de Engelse taal. Dankzij een stevige basis kan een doorlopende leerlijn van basisonderwijs naar voortgezet onderwijs in kleinere stappen geleidelijk worden opgebouwd. Voor leerlingen in het VO biedt het opstapniveau ‘naar A1’ een effectieve manier om de mogelijke kloof in taalvaardigheid te overbruggen, waardoor ze zich verder kunnen ontwikkelen op niveau. Als brug tussen beide onderwijsniveaus bevordert het opstapniveau ‘naar A1’ niet alleen de taalontwikkeling, maar ook de doorlopende leerlijn en de gelijke behandeling en kansen voor alle leerlingen in hun taalontwikkeling.

 

 

Diana Brouwer-Jonkman                                                                                              Charlotte de Boer
Hoofdredacteur & uitgever Diaplus van uitgeverij Dia                                                     Redacteur Diaplus van uitgeverij Dia

 

Bronnen

Een greep uit de bronnen:

  1. Cambridge Assessment English. (2024, n.d.), De Meerwaarde school in Nederland, https://www.cambridgeenglish.org/nl/exams-and-tests/general-english-and-for-schools/vmbo/
  2. Common European Framework of Reference for Languages: Learning, Teaching, Assessment (CEFR) - www.coe.int. (n.d.). Common European Framework of Reference for Languages (CEFR). https://www.coe.int/en/web/common-european-framework-reference-languages
  3. Engels in het primair onderwijs, (2023, 25 juli), SLO, https://www.slo.nl/thema/vakspecifieke-thema/mvt/engels/
  4. Het ERK, (2024, 22 maart), SLO, https://www.slo.nl/thema/vakspecifieke-thema/mvt/erk/
  5. Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. (2019, 8 november), Leerlingprestaties voor het vak Engels aan het einde van de basisschool lopen flink uiteen, Nieuwsbericht | Inspectie Van Het Onderwijs, https://www.onderwijsinspectie.nl/actueel/nieuws/2019/11/08/leerlingprestaties-voor-het-vak-engels-aan-het-einde-van-de-basisschool-lopen-flink-uiteen
  6. Vygotsky, L. S. (1978), Mind in Society: Development of Higher Psychological Processes, Harvard University Press.